maandag 20 december 2010

Dingen doen

Na alle theoretische overpeinzingen weer eens wat actie:

Toch maar een Del.icio.us accountje aangemaakt.
Gespeeld in de zandbak van de 23-dingen wiki.
En “voor het echie” de pagina van het stadsarchief Amsterdam aangepast op de archiefwiki(Amstelveen en Ouder-Amstel doen nu ook mee). En het stadsarchief op de kaart gezet. Dat was nog niet zo makkelijk, overigens. Ik vond PBworks (23 dingen wiki) gebruiksvriendelijker dan MediaWiki (Archiefwiki), maar Media-wiki slaat de geschiedenis (wie verandert er wat) dan weer beter op.

Ik vind verder nog een heleboel van wiki’s, maar dat een andere keer. Nu even andere dingen gaan doen!

vrijdag 17 december 2010

Ding 12: Taggen ≠ Ordenen

Toch nog maar even verder met ding 12. Wat hebben aan dit ding voor het archief? Tja… social bookmarking sites lijken me heel geschikt om links vanuit je vakgebied of interessegebied te delen. En het zou leuk zijn als je eigen site veel getagd wordt. Maar daar blijft het wel bij.  In het filmpje “Social Bookmarking in Plain English” wordt het effect van tags schromelijk overdreven: “The lesson is that social bookmarking sites take a world of chaos, and make it orderly.” Een beetje browsen door de 23 dingen deliciouspagina, maakt wel duidelijk dat dat niet zo is.

Tags vind ik wel een boeiend fenomeen. Maar een folksonomy is iets heel anders dan een systematische onsluiting! Mooi moment om mijn reactie op de blogpost van Ingmar Koch hierover te recyclen:
“Ordenen is helemaal niet hetzelfde is als taggen. Sterker, ik denk dat het in de context van een (overheids)archief bijna tegengestelden zijn.

Ik zie het “oldskool” ordenen als een activiteit waarin informatie wordt geplaatst in een van te voren bepaald classificatieschema, zoals bijvoorbeeld een DSP. Of je dit nu doet door ze logisch in zuurvrije mapjes te plaatsen, of door ze te metadateren, maakt intellectueel gezien niet zoveel uit. Grote verschillen tussen papier en digitaal zijn er uiteraard: een digitaal bestand kan zonder te kopiëren in meerdere “mapjes” worden geplaatst, en kan worden gekoppeld aan werkprocessen en automatische beheersregels zoals een bewaartermijn.

Het taggen daarentegen, helemaal web 2.0, is het toekennen van associatieve trefwoorden. Dit is helemaal niet aan schema’s of regels gebonden, en werkt daarom juist zo goed. Maar het maakt niet dat je betrouwbare zoekacties kunt doen. Als je op Flickr.com zoekt naar foto’s met de tag “apple”, krijg je zeker niet alle foto’s van appels die op de site staan. Zo’n ontsluiting is absoluut niet voldoende voor een voor verantwoording dienend overheidsarchief.

Met tags en tag-clouds verzamel je geen metadata, maar persoonlijke associaties. Wat overigens natuurlijk ook heel nuttig en interessant kan zijn. Denk bijvoorbeeld aan de ambtenaar die nooit iets terug kan vinden in het voorgeschreven classificatie systeem. Die kan door het toevoegen tags die niet in het systeem passen (“anne frank-boom”) zijn eigen zoeksysteem perfectioneren. Of en hoe je dat dan weer moet of wilt archiveren, is een ander verhaal ;). Enfin, taggen is niet hetzelfde, en naar mijn bescheiden mening ook geen vervanging voor structureel ordenen. Maar wel een interessante toevoeging.”

R.I.P. Del.icio.us...

WTF? Delicious kende ik al, en het leek me heel handige tool, maar het kwam er steeds maar niet van om een account aan te maken. Dient zich eindelijk de perfecte gelegenheid aan (ding 12), houdt delicious er mee op.


Blijkbaar heeft Yahoo het bedrijf gekocht om langzaam laten weg te kwijnen. Zonde.

Het nieuws lekte uit, geheel in de tijdsgeest, doordat iemand een slide uit  een interne presentatie op twitter plaatste.

Delicious community weert zich op twitter en Facebook, ze willen dat Yahoo Delicious weer vrijgeeft en het beheer aan een open-source community overdraagt. Lijkt me sterk dat ze dat doen…

Infobatical (ding 11)

Ik loop een beetje achter… Niet omdat ik 23 dingen niet interessant of nuttig vind, integendeel! Maar het actief deelnemen aan social media, en vooral het tot je nemen van al die informatie… en daar de juiste grenzen in stellen…daar moet een informatie junk als ik nogal aan wennen. Dus als ik me dan even heel erg op mn studie moet richten (je weet wel, met lange stukken tekst in papieren boeken enzo…), ligt het 23 dingen gebeuren een beetje stil. Gelukkig ben ik daarin wel helemaal hip in 2011, las ik vanochtend in Metro. We gaan volgend jaar  allemaal op infobatical. Enfin, tot zover de smoesjes. Nu mijn Visie.


Ik zie een hele hoop mogelijkheden voor web 2.0 toepassingen binnen het archief. Leuk om te zien dat “we” ook al heel veel doen. We komen in contact met (potentiële) archiefgebruikers en geïnteresseerden, die vervolgens via hun netwerk meer bekendheid geven aan onze instelling en activiteiten (dit met name door facebook en twitter). Hierin verschilt een archief niet van andere bedrijven en organisaties. Leuk voorbeeldje van de laatste dagen: Alexander Klöpping (wizz-kid van DWDD) wordt door het stadsarchief op de juiste context van een krantenberichtje gewezen:

Ook wordt je doelgroep via sociale media meer dan een consument. Via crowdsourcing kun je ze aan het werk zetten, extra informatie inwinnen over je collectie, maar ook actief acquireren (wie is eigenlijk "The Wicked Reflectah"??? Bart??). Als laatste belangrijke mogelijkheid zie ik het aantrekkenlijk presenteren van je instelling en collectie. In plaats van investeren in dure software, storage en web-licenties en dergelijke, kun je je materiaal ook via Youtube, en Google maps (Jaa! Google maps! Mijn adoratie voor deze tool deelde ik al eerder hier en hier) presenteren. Ik ben ook erg dol op instructiefilpjes op o.a. Youtube, daar zouden we als stadarchief nog wel wat mee kunnen doen, met zoekinstructies enzo.



Tot zover Visie deel één: wat kunnen we er mee. Maar (zoals mede bloggers al eerder aangaven) als archiefinstelling moeten we natuurlijk ook nadenken over hoe we door social media geaggregeerde informatie kunnen archiveren. Dus in een volgend blogje Visie deel twee: wat móeten we er mee? Daar ga ik nog eventjes over nadenken.

dinsdag 23 november 2010

Waar waren we gebleven... ding 10

Toevallig heb ik de afgelopen weken intensief gebruik gemaakt van Google docs. Ik kende het al, en gebruik het regelmatig om voor mijn studie. Studenten archiefwetenschap komen uit alle hoeken van het land, dus dan is het handig om “in the cloud” samen te werken.


Toch ben ik niet enthousiast. Google docs is als tekstverwerker / spreadsheet applicatie een slap aftreksel van een echte office suite, zoals Microsoft Office of Open Office (gratis!). Conversies van Word of Excel (of Writer of Calc) documenten gaan zelden goed. Ook zitten er wat bugs in. Zo stond wekenlang boven in Ri… pardon: Jacob zijn Google document “Anje is Viewing”, terwijl ik toch echt maar heel even gekeken heb! @Jacob: ik heb toch nog een zinnetje toegevoegd hoor ;-). Handig is het eigenlijk vooral als je werkt op een machine waar geen office pakket op zit.


Enfin, Google Docs is dus niet helemaal mijn ding. Zoho ziet er veelbelovend uit, maar goed, het kost toch een paar dollar per maand. En voor een tool die niet echt nodig is, heb ik dat niet over. Wél enthousiast ben ik over de online presentatie toepassing Prezi. Met deze tool maak je een presentatie niet op verschillende slides, maar op één groot canvas. Aan zo’n prezi-presentatie kun  je ook samenwerken, je ziet dan aan een grappig poppetje waar op het canvas de ander bezig is. Nadeel is dat je niet zo gemakkelijk je opmaak (kleuren, lettertypes) kunt aanpassen. En dat je publiek zeeziek kan worden, als je te enthousiast heen en weer zoeft.


Voorbeeld prezi:



donderdag 14 oktober 2010

Georefereren 2: Bouw en woning toezicht archieven! (?)

Ik denk dat de meeste van mijn lezers wel weten dat ik mij al een hele tijd bemoei met het digitaliseringsproject van de Bouw en Woningtoezicht archieven in Amsterdam. Als de grote bulk zo gemetadateerd en gescand is... wat zouden we dan de blits maken met Google Maps- achtige toegang! Klik op de kaart en vind uw bouwdossier!






OK, er zijn vast heel wat beren op de weg, maar ook mogelijkheden. Je moet een manier zien te vinden om automatisch de adressen aan een geo-referentiepunt te koppelen. Ik kan niet wachten ;-).

Georefereren 1: Inspraak in Google Maps

Ik ben altijd dol op applicaties waar op een intuïtieve manier naar informatie kan worden gezocht, en met informatie kan worden gewerkt. Google Maps is dan ook wat mij betreft de beste uitvinding sinds het gesneden brood. Ik maak me er helemaal niet druk om dat mijn huis en auto voor iedereen zichtbaar is in streetview. Het is geven en nemen, op 't interwebs. Het georefereren van kaarten of foto's biedt voor archieven (maar ook voor archiefvormers!) waanzinnig veel mogelijkheden.

Vorig jaar las ik een artikel over een project in Finland, waar een Google maps mashup werd ingezet bij een inspraakprocedure voor het vaststellen van een nieuw bestemmingsplan. Plankaarten, ontwerptekeningen en andere documenten waren in verschillende "lagen" toegevoegd, en konden via een eenvoudige interface worden opgeroepen. Dat zag er ongeveer zo uit (pardon my Finnish):


Ambtenaren, ontwikkelaars en burgers werden uitgenodigd om via dit platform ideeën uit te wisselen. Ze konden op alle toegevoegde content reageren en ook zelf blogjes schrijven:


Projectsite interface: foto's,  Maps Mashup, blogs en reacties

Deze inspraakprocedure bleek veel meer respons van burgers te krijgen dan traditionele inspraakbijeenkomsten, die overigens ook nog gehouden werden. Sterker nog, het bleek dat de inspraakbijeenkomsten van het pilotproject ook beter werden bezocht dan bij andere, "gewone" inspraakprocedures. De inspraak werd veel informeler en laagdrempeliger, te zien aan de opmerkingen die online werden gemaakt:

    “Something should be finally done to the Vaskikello intersection to E75. After ABC [fastfood keten, AL) is completed, the exit should […} After the completion of TransPark, the truck traffic increases and risks, too.”
“It will be nice to have an ABC! There we can go to eat hamburgers, French fries and other goodies!”
Enfin, fantastisch, geweldig, helemaal Web 2.0 naar de burger toe gecommuniceerd. Maar het archiveren van deze procesgebonden informatie is wel een grote uitdaging! Iets waar we als archiefwezen maar op voorbereid moeten zijn...





maandag 11 oktober 2010

I tube, You tube, We all Tube!

Youtube! Dat ken ik al :) Illegaal al hele seizoenen van America's Next Topmodel op gevolgd. (Zoek op ANTM). Ook heb ik er al wat filmpjes op gezet, o.a. wat opnames van de band van mijn vriend, Sweet16.

Ook voor archiefinstellingen is Youtube een heel nuttig communicatiekanaal. Op archief 2.0 staat een interessante discussie over de mogelijkheden van Youtube:  'Youtube: hoe pakken jullie dat aan' . Ik had een beetje mijn twijfels over het nut van het onderhouden van verschillende vrienden, followers, abbonnees, groepen etc etc van verschillende kanalen zoals Youtube, Facebook, Flickr, Twitter, Hyves en wat al niet meer. De deelnemers aan de discussie stellen dat je je juist door je actief te manifesteren op zo veel mogelijk 2.0 platforms, je doelgroep en bereik enorm kan vergroten.

Vooral Mariette en Mirjam geven in deze discussie hele praktische tips, zoals bijv. sluit bij het taggen aan op actuele onderwerpen (bijv. "wij gaan weer naar school" in september). De kans dat je dan toevallig gevonden wordt is groter. Ik vind het alleen jammer dat de Youtube pagina niet echt te personaliseren is (net zoals die van Flickr overigens). Instellingen die stukken uit hun collectie aanbieden via Flickr en Youtube kunnen dat niet in hun huisstijl doen. Ik vind dat er toch een beetje onprofessioneel uitzien.

Een laatste punt vind ik dat dit soort sites (youtube, twitter) niet echt recht doen aan het karakter van archieven. Archiefstukken komen als losse documenten op het net en missen zo alle context die het een archiefstuk maakt, meer dan "een leuk filmpje", of "een plaatje van een tram". Wat zou het leuk zijn als je direct kunt doorklikken (via de knop "Waar komt dit vandaan") naar een gebruiksvriendelijke inventaris, en verder kunt browsen in het archief.....*droomt verder*

Als uitsmijter nog even een filpje van Sweet16. De man achter het drumstel (bril, cowboyhoed) is al bezet:


F letter L IMG_5533 letter C metal type letter k Boggle black letter R

Ik weet niet wat het is. Misschien heb ik gewoon wat minder met foto's (ik maak bijvoorbeeld nooit zelf foto's op vakantie, en ga met tegenzin zelf op de foto). Misschien ben ik nog te vol van de vorige dingen (Ben zo blij met mn RSS-feeds en Netvibes!). Misschien ben ik na een paar weken een beetje blogmoe. Maar ik had dus niet zo'n zin in het Flickrding.

Misschien heeft het ook wat te maken met het feit dat sinds twee weken de fundering onder mijn bestaan is weggevallen. Vrij letterlijk, de fundering van mijn huis wordt vervangen. We wonen nu op de slaapkamer, en slapen op de logeerkamer. Foto's van deze ellende op Flickr:


Created with Admarket's flickrSLiDR.

Met hulp van coach Bart de foto's ook aan een locatie gekoppeld, maar ik heb nog niet zo'n leuk kaart-gadget op mn flickr pagina zelf. Jammer, probeer ik een andere keer wel.

De API's zijn wel grappig, zo kan ik bijvoorbeeld met de Findr beter op tags zoeken dan in flickr zelf. Maar ik blijf gematigd positief over het hele idee van 'tags'. Heel leuk en web 2.0 enzo, maar het vraagt toch wel wat discipline en vaardigheid om de juiste tags toe te voegen. En dat doet dus niet iedereen (consequent). Dit probleem is zo oud als de informatie/archiefwetenschap. Ouder zelfs.

Overigens: Als iemand op een redelijk toegankelijke manier kan uitleggen wat een API nou eigenlijk is, houd ik me aanbevolen. Van Wikipedia word ik niet echt wijzer.

maandag 27 september 2010

ding 5: Op die feeds!

Ik heb wat gespeeld met mijn verse Netvibes account. Ik heb alle sites die ook zo af en toe eens aanklik toegevoegd. Dit ging het makkelijkst vanuit mijn netvibe account zelf:
aanklikken = groter maken

Als ik de mij bekende URL's (www-adressen) in het invoerveld typ, zoekt netvibes automatisch de feeds op. Ik heb dus eerst mijn eigen "rondje surfen" erin gezet, één tab algemene sites en één tab werkgerelateerde sites en blogs. De publiekssite van het Stadsarchief heeft blijkbaar geen feed. Wel een email nieuwsbrief.... hoe 1.0.

Vanaf een aanbiedende site een feed toevoegen is erg omslachtig. Er zijn maar weinig sites die een netvibes widget hebben, zo'n icoontje waarmee je de site automatisch toevoegd aan je reader. En bij die twee sites die wel zo'n widget hadden, werkte -ie niet. Dus dan moet je het RSS icoon aanklikken, URL kopieren en in de reader plakken. Niet handig.

Nu over het fenomeen feeds zelf. Tot een bepaald niveau is het inderdaad erg handig. Dat rondje surfen elke dag, levert inderdaad vaak blog ops die niks nieuws bevatten. Het kiezen van de juiste feeds is toch wel lastig. Waarom zou ik mij bijvoorbeeld abonneren op feeds van NRC binnenland, NRC buitenland, NRC wetenschap etc. etc. als ik een mooi overzicht van al deze feeds aantref op nrc.nl? Als je de berichten alleen uit je feeder leest, mis je toch een hoop. De vorm en opmaak van de website die de content aanbiedt, bijvoorbeeld. De website geeft vaak al een soort visuele ordening aan berichten, die ben je kwijt in de feeder. En verlies van context, daar worden wij archivarissen verdrietig van.








ding 4: stReSS!

Omdat bijna mijn hele leven (email, agenda, blog) al in handen ligt van Google Inc., wil ik mijn RSS feeds eens op een andere manier gaan invullen. Dus gegoogeld (o ironie) naar “Best RSS reader”. Naar aanleiding van het blogbericht the best 10 rss readers for windows mac and linux koos ik voor RSSOwl, Open Source, en dus sympathiek (en gratis).
Nu blijkt dat deze reader niet webbased is, dat wil zeggen, om hem te gebruiken moet ik een programma downloaden. Omdat ik op veel verschillende computers werk, lijkt me dat niet zo handig. Misschien ga ik nog wel zo'n reader op mn privé-laptop zetten, want blijkbaar kan je via zo'n lokaal geinstalleerde reader de berichten ook offline lezen, wat dan weer reuze handig is. Enfin...top 10 web based rss readers geconsulteerd, en op basis van het ultrahippe en gezellige roze uiterlijk Fwicki uitgekozen. Die site is echter te hip voor mijn begrip. Noem het ouderwets, maar ik hou er van als op een site gewoon uitgelegd wordt waar het aanbod voor dient en hoe het allemaal werkt.
Netvibes begreep ik wel, na dit instructiefilmpje. De beste tip: eerst alle widgets en feeds die automatisch worden geleverd verwijderen. Zo begin je met een schone lei.

maandag 20 september 2010

Dingetje 2, puntje 8

Ik heb deze achtergrond gekozen omdat ik 'm erg toepasselijk vond: groen als gras voel ik me met dit blog. Dat wil niet zeggen dat ik me niet eerder heb verdiept in het fenomeen web 2.0. Ik ben meer van het type lurker: ik lees mee op allerlei blogs en communities, maar zelf iets bijdragen deed ik tot nu toe nog nauwelijks. Deze cursus is een leuke manier om me over deze koudwatervrees heen te helpen.

Beer-op-de-weg 1 is mij al duidelijk: het kost zoveel tijd! Bloggen, reageren, klikken, bloggen... Veel van het zelfde en soms...ach.. niet zo héél interessante dingen lezen. Maar als je pech hebt, kom je al 2.0-end ook echt interessante links tegen en dan ben je zo drie uur verder!

Nu nog even een rondje reageren, en dan staan de volgende twee dingen al weer klaar!

zondag 19 september 2010

Huh?

Waarom is mijn testbericht niet weg? Ik had 'm toch echt verwijderd:
(en toen heb ik op verwijderen gedrukt uiteraard...)

Update: gelukt!

Blogger of Wordpress?

...that's the question. Ding 2 nog niet begonnen of ik sta al voor een keuze. Een kort rondje Googlen leert dat Wordpress eigenlijk beter is. Het argument van Erin Smith (wie kent haar niet) is belangrijk, zeker voor een archivaris:

Google owns Blogger, and they seem to have a tendency to take stuff down because they feel like it. That’s not the most stable situation for your blog.